“De dood is een verzinsel; niemand sterft ooit”
Uit:  Ik ben er gewoon nog

 

Mijn 1e boek Ik ben er gewoon nog is in september 2018 uitgekomen. We zijn momenteel bezig met een door mij ingesproken luisterboek, welke eind 2020 te verkrijgen zal zijn. Verder komt er een Engelse uitgave van Ik ben er gewoon nog, die naar verwachting in het voorjaar van 2021 uitkomt. Ik geef in heel Nederland lezingen over mijn boek.

Samenvatting boek

Tygo is 11 jaar wanneer door een ongeluk zijn reis op aarde eindigt. Nicolette, zijn oude kleuterjuf, zit op een dag te mediteren als tot haar verbazing Tygo verschijnt. ‘Ik moet je iets vertellen!’ zegt hij. Dat ‘iets’ groeide uit tot dit boeiende boek dat jou als lezer met een warme gloed achterlaat

De ervaringen van de onbevangen, enthousiaste Tygo in het hiernamaals zijn hartverwarmend. Ze geven inzicht in de grootsheid en de kracht van de mens, en wat we kunnen doen om gelukkiger te zijn. Tygo vertelt uitgebreid over het leven na de dood, en de moeilijke keus die hij moet maken voor het vervolg van zijn reis…

Ik ben er gewoon nog is een ontroerend en bemoedigend boek over het leven en de dood. Het is makkelijk leesbaar en daardoor heel toegankelijk voor niet alleen volwassenen, maar zeker ook voor kinderen, en jong volwassenen.

Bekijk filmpje


Een fragment uit Ik ben er gewoon nog

“Ik zal je vertellen hoe het is om dood te gaan. Ik heb het meegemaakt en ik wil dat je weet hoe het is, omdat het helemaal niet eng is, zoals zoveel mensen denken. Toen ik nog op aarde leefde was ik bijna nooit met de dood bezig. De meeste kinderen zijn niet met de dood bezig, behalve als er een bekende is doodgegaan, waardoor ze er even over gaan nadenken. Ik dacht altijd dat je, als je doodgaat, echt dood bent. Dood is dood, zeg maar. ‘Dan is er helemaal niets meer,’ dacht ik. Maar ik had nooit kunnen denken dat ik er zo naast zat. Want nu ik in de hemel ben, weet ik wel beter. Ik leef! En hoe! Dood? Nee, dat ben ik echt niet. Ja, het lichaam dat jullie als Tygo kenden, is gestorven. Maar dat is iets heel anders dan dat ík dood zou zijn. Ik en jij, wij kunnen gewoon niet doodgaan. Dat weet ik nu. Maar weet jij dat ook al? Of geloof je net zoals ik geloofde, dat als je lichaam doodgaat, jij daarmee ook sterft?

Doodgaan is niet doodgaan zoals de meeste mensen denken. Het is het tegenovergestelde: dood is leven! Dood is leven, zoals je niet eerder meegemaakt hebt. Het is Leven met een hoofdletter L. Het is helemaal geen einde, het is eigenlijk een nieuw begin. Het is iets heel bijzonders en waarschijnlijk heel anders dan je ooit voor mogelijk hebt gehouden. Ik wil dat je dit weet, zodat jij, als het jouw tijd is om te sterven, niet bang bent. Want er is werkelijk niets om bang voor te zijn, neem dat maar van mij aan. Ik kan het weten, want ik heb het meegemaakt. Het is nu alweer een tijdje geleden, maar ik weet nog precies hoe het was om te sterven. En ik zeg het nog een keer, zodat je me goed hoort en je zeker weet dat je je niet vergist: doodgaan is niet eng! Doodgaan is je jas uitdoen, terwijl je er gewoon nog bent. Want zeg nou zelf, ik kan toch niet dood zijn, als ik je dit nu vertel? De meeste van jullie kunnen me niet meer zien of horen, maar dat betekent niet dat ik er niet meer ben. IK BEN ER GEWOON NOG!’…

Ik lag in coma in het ziekenhuis, omdat ik een ongeluk had gehad. Hoewel het voor iedereen om mij heen leek alsof ik ‘weg’ was, was ik zo levend als een mens kan zijn. Ja, mijn lichaam werkte niet meer zoals het moest werken. Maar dat zegt niet alles. Je moet verder kijken dan je lichaam. Ik weet dat mijn familie heel verdrietig was, terwijl het eigenlijk heel goed met mij ging. Maar dat konden zij niet zien. Ik riep hen dat het goed met mij ging en dat ze zich geen zorgen hoefden te maken, maar dat konden ze ook niet horen. Het was zo anders dan jullie dachten. En zo anders dan ik had gedacht. Als je denkt dat iemand die in coma ligt niets hoort, dan heb je het mis. Als je denkt, dat iemand die in coma ligt niets ziet, dan heb je het weer mis. Ik heb iedereen gezien en gehoord, die me kwam bezoeken. Gek hè, terwijl mijn ogen dicht waren kon ik toch alles zien. ‘Hoe is dat mogelijk?’ denk je waarschijnlijk. Ik zal je iets vertellen: veel mensen denken dat ze hun lichaam zijn. Maar de waarheid is, dat je je lichaam helemaal niet bent. Je hébt een lichaam. En dat is een groot verschil. Jij zit erin, dat deel van jou, dat altijd levend blijft, dat deel bewoont je lichaam. Dat heet je ziel. Ik heb met mijn ziel alles kunnen zien en kunnen horen. Je ziel is eigenlijk wie je bent, wie je werkelijk bent. Niet je lichaam. Vergeet je lichaam maar. Dat heb je maar voor eventjes te leen en dat gaat dan dood. Maar jouw ziel, mijn ziel gaat niet dood. Daarom ben ik er nog en kan ik je nu dit verhaal vertellen. “